https://www.sexdome.nl/prostitutie/p...n-werkplekken/
Pilot sekswerk Den Haag: hoop op rust, vrees voor verdwijnen werkplekken
De gemeente presenteert drie nieuwe pilots, waarbij er alternatieve locaties worden gecreëerd voor raamsekswerkers. Belangenverenigingen zijn gematigd positief, maar vrezen voor het verdwijnen van werkplekken.

De Doubletstraat en de Geleenstraat zijn omwonenden en de gemeenteraad al jaren een doorn in het oog. De sekswerkers die hun werk rustig doen en de klanten die ze in stilte bezoeken, zijn niet het probleem. Maar onbedoeld trekken de straten ook overlastgevers aan, stelt een gemeentelijk rapport dat vorige week uitkwam. ‘Bezoekers veroorzaken overlast in de vorm van stoer gedrag, luide muziek, dronkenschap en laten afval achter,’ aldus het rapport. De gemeente komt nu met drie pilots die de rust in de straten moeten terugbrengen en de sekswerkers moeten beschermen. Daarbij experimenteert het stadsbestuur met ‘andere vormen van contactlegging’.
Bij de eerste pilot wordt het raam niet als contactmiddel gebruikt, maar stelt een verhuurder in een van de straten een pand beschikbaar met meerdere ruimtes voor sekswerkers. Vooraf kan een tijdsblok worden gereserveerd. De tweede proef is vergelijkbaar met de eerste, maar hierbij werken sekswerkers in een samenwerkingsverband. Samen huren zij een ruimte die door meerdere sekswerkers kan worden gebruikt. Voor de derde proef wordt een website opgetuigd waarop klanten digitaal contact kunnen leggen met de sekswerkers. Alle experimenten gaan het tweede kwartaal van dit jaar van start.
In het onderzoek uiten meerdere sekswerkers kritiek op de derde pilot. De sekswerkers prefereren het werken achter het raam, omdat zij dit ervaren als een betrouwbare omgeving. ‘Er wordt verteld dat online contact minder veilig voelt,’ aldus het rapport. Ook geven de sekswerkers aan zich zorgen te maken over het ‘eventueel sluiten’ van de raamstraten. ‘Het voelt voor hen als een risico om mee te werken aan een pilot, want is daarna weer een raam beschikbaar?’
Raamplekken
Levi Jacobs, casemanager bij het Sekswerk Meld- en Adviespunt, begrijpt de klachten van de sekswerkers. Hij waarschuwt dat het faciliteren van online afspraken niet samen moet gaan met het sluiten van werkplekken achter de ramen. “Dat gebeurt nu wel in Amsterdam,” constateert hij. “Vanuit de sekswerkgemeenschap vinden we het goed dat iemand zich online kan melden, maar het is geen direct alternatief voor werken achter het raam: het is een heel andere manier van werken.”
De casemanager legt uit dat het veel risico’s met zich meebrengt. “Via internet kan iemand zich heel anders voordoen, iemand kan er heel anders uitzien dan op de foto. Dan moet de sekswerker op het moment zelf beslissen of die de deur in het gezicht gooit van die persoon of niet. Die klant heeft tenslotte aangetoond dat die niet vertrouwen is, want die doet zich anders voor online. Achter een raam heb je geen last van dat soort problemen.”
Alternatieven
Maria Scali, directeur van het Haagse kennis- en expertisecentrum SHOP, herkent de zorgen. Haar organisatie doet onderzoek naar sekswerk en mensenhandel en ondersteunt sekswerkers. Maar ze vindt ook dat er online alternatieven moeten worden gefaciliteerd door de gemeente. “Sinds Covid-19 is er een verandering gaande. Sindsdien is het internet een nog grotere concurrent geworden. Dezelfde sekswerkers die achter het raam werken, kunnen buiten werktijd ook afspraken maken. Dat gebeurt nu vaak in hotels. Dat kunnen we niet blijven negeren.”
Scali denkt niet dat sekswerkers hoeven te vrezen voor het verlies van werkplekken. “Een vergelijkbare discussie heeft jaren geleden al plaatsvonden in de retailsector. Het leek erop dat iedereen op internet z’n producten zou gaan bestellen in plaats van ze in de winkel te kopen. Dat gebeurde niet, want mensen vinden het leuk om naar de winkels te gaan. Er verdwijnen in dit geval geen werkplekken, want er worden alternatieven geboden.”
Uitsterfbeleid
Toch heeft Scali de afgelopen jaren werkplekken zien verdwijnen. Enkele jaren geleden waren er 85 vergunningen voor sekswerkers beschikbaar, inmiddels nog maar 61, vertelt ze. Ook zijn de seksclubs Bananas en Paradise gesloten. “Er zijn steeds minder vergunde plekken waar je het beroep kunt uitvoeren, maar het beroep sterft niet uit,” stelt Scali. “Er is misschien een soort uitsterfbeleid, waarbij de hoofdlijn was dat mensen vanzelf zouden stoppen als er minder werkplekken zouden zijn. Dat gebeurt niet, het wordt alleen verplaatst.”
Scali ziet dat de gemeente met dit rapport een poging doet om alternatieven te zoeken voor sekswerkers. Ondanks die positieve ontwikkeling zegt de directeur ‘altijd bang’ te zijn voor wat de toekomst in petto heeft. “Ik maak me zorgen dat een nieuw college misschien een andere kijk heeft op sekswerk. Dat stelt misschien andere prioriteiten en vindt het verbeteren van de positie van sekswerkers misschien minder belangrijk.”
Bron: denhaagcentraal.nl
Pilot sekswerk Den Haag: hoop op rust, vrees voor verdwijnen werkplekken
De gemeente presenteert drie nieuwe pilots, waarbij er alternatieve locaties worden gecreëerd voor raamsekswerkers. Belangenverenigingen zijn gematigd positief, maar vrezen voor het verdwijnen van werkplekken.

De Doubletstraat en de Geleenstraat zijn omwonenden en de gemeenteraad al jaren een doorn in het oog. De sekswerkers die hun werk rustig doen en de klanten die ze in stilte bezoeken, zijn niet het probleem. Maar onbedoeld trekken de straten ook overlastgevers aan, stelt een gemeentelijk rapport dat vorige week uitkwam. ‘Bezoekers veroorzaken overlast in de vorm van stoer gedrag, luide muziek, dronkenschap en laten afval achter,’ aldus het rapport. De gemeente komt nu met drie pilots die de rust in de straten moeten terugbrengen en de sekswerkers moeten beschermen. Daarbij experimenteert het stadsbestuur met ‘andere vormen van contactlegging’.
Bij de eerste pilot wordt het raam niet als contactmiddel gebruikt, maar stelt een verhuurder in een van de straten een pand beschikbaar met meerdere ruimtes voor sekswerkers. Vooraf kan een tijdsblok worden gereserveerd. De tweede proef is vergelijkbaar met de eerste, maar hierbij werken sekswerkers in een samenwerkingsverband. Samen huren zij een ruimte die door meerdere sekswerkers kan worden gebruikt. Voor de derde proef wordt een website opgetuigd waarop klanten digitaal contact kunnen leggen met de sekswerkers. Alle experimenten gaan het tweede kwartaal van dit jaar van start.
In het onderzoek uiten meerdere sekswerkers kritiek op de derde pilot. De sekswerkers prefereren het werken achter het raam, omdat zij dit ervaren als een betrouwbare omgeving. ‘Er wordt verteld dat online contact minder veilig voelt,’ aldus het rapport. Ook geven de sekswerkers aan zich zorgen te maken over het ‘eventueel sluiten’ van de raamstraten. ‘Het voelt voor hen als een risico om mee te werken aan een pilot, want is daarna weer een raam beschikbaar?’
Raamplekken
Levi Jacobs, casemanager bij het Sekswerk Meld- en Adviespunt, begrijpt de klachten van de sekswerkers. Hij waarschuwt dat het faciliteren van online afspraken niet samen moet gaan met het sluiten van werkplekken achter de ramen. “Dat gebeurt nu wel in Amsterdam,” constateert hij. “Vanuit de sekswerkgemeenschap vinden we het goed dat iemand zich online kan melden, maar het is geen direct alternatief voor werken achter het raam: het is een heel andere manier van werken.”
De casemanager legt uit dat het veel risico’s met zich meebrengt. “Via internet kan iemand zich heel anders voordoen, iemand kan er heel anders uitzien dan op de foto. Dan moet de sekswerker op het moment zelf beslissen of die de deur in het gezicht gooit van die persoon of niet. Die klant heeft tenslotte aangetoond dat die niet vertrouwen is, want die doet zich anders voor online. Achter een raam heb je geen last van dat soort problemen.”
Alternatieven
Maria Scali, directeur van het Haagse kennis- en expertisecentrum SHOP, herkent de zorgen. Haar organisatie doet onderzoek naar sekswerk en mensenhandel en ondersteunt sekswerkers. Maar ze vindt ook dat er online alternatieven moeten worden gefaciliteerd door de gemeente. “Sinds Covid-19 is er een verandering gaande. Sindsdien is het internet een nog grotere concurrent geworden. Dezelfde sekswerkers die achter het raam werken, kunnen buiten werktijd ook afspraken maken. Dat gebeurt nu vaak in hotels. Dat kunnen we niet blijven negeren.”
Scali denkt niet dat sekswerkers hoeven te vrezen voor het verlies van werkplekken. “Een vergelijkbare discussie heeft jaren geleden al plaatsvonden in de retailsector. Het leek erop dat iedereen op internet z’n producten zou gaan bestellen in plaats van ze in de winkel te kopen. Dat gebeurde niet, want mensen vinden het leuk om naar de winkels te gaan. Er verdwijnen in dit geval geen werkplekken, want er worden alternatieven geboden.”
Uitsterfbeleid
Toch heeft Scali de afgelopen jaren werkplekken zien verdwijnen. Enkele jaren geleden waren er 85 vergunningen voor sekswerkers beschikbaar, inmiddels nog maar 61, vertelt ze. Ook zijn de seksclubs Bananas en Paradise gesloten. “Er zijn steeds minder vergunde plekken waar je het beroep kunt uitvoeren, maar het beroep sterft niet uit,” stelt Scali. “Er is misschien een soort uitsterfbeleid, waarbij de hoofdlijn was dat mensen vanzelf zouden stoppen als er minder werkplekken zouden zijn. Dat gebeurt niet, het wordt alleen verplaatst.”
Scali ziet dat de gemeente met dit rapport een poging doet om alternatieven te zoeken voor sekswerkers. Ondanks die positieve ontwikkeling zegt de directeur ‘altijd bang’ te zijn voor wat de toekomst in petto heeft. “Ik maak me zorgen dat een nieuw college misschien een andere kijk heeft op sekswerk. Dat stelt misschien andere prioriteiten en vindt het verbeteren van de positie van sekswerkers misschien minder belangrijk.”
Bron: denhaagcentraal.nl
Comment